Gerard en de Februaristaking

De februaristaking in het Zaandam van Gerard Maas

 

Gerard Maas (1913-1988) typte op dinsdagochtend 25 februari 1941 in zijn kosthuis in Zaandam het beroemde pamflet van CPN-voorman Lou Jansen dat opriep tot staking tegen de jodenprogroms. Hij tekende onderaan de woorden: “Staakt, staakt, staakt!”, zoals het ook op het Amsterdamse pamflet stond. Het stencil werd weggebracht naar de illegale drukker van de CPN en zou die middag en avond verspreid gaan worden onder de Zaanse bevolking.

Gerard was ambtenaar bij het Rijksbureau voor huiden en leder. Daarnaast speelde hij viool, toneel en was hij breed geïnteresseerd. Hij was links-socialistisch georiënteerd en bezorgd over de opkomst van het fascisme. In augustus 1940 werd hij lid van de, inmiddels illegale, CPN.

 

Zelf ging Gerard die middag, nadat hij klaar was met typen, op de fiets naar Amsterdam waar hij al in de Spaarndammerbuurt drommen mensen op de weg zag. Een tram lag midden op straat op zijn kant. Op de Rozengracht waren massa’s mensen op de been en kon hij niet verder. Hij zette zijn fiets aan de kant en liep met de mensen mee.

De volgende ochtend, woensdag 26 februari, stond hij al vroeg op. “Ik zelf verspreidde de pamfletten woensdagmorgen bij Verkade. Deze en gene, die ik kende, stopte ik een stapeltje in handen en die namen ze mee het bedrijf in. Bij Verkade gingen ze grif weg, want de meisjes uit Amsterdam die daar werkten, wisten al, wat in Amsterdam gaande was. (….) Ik was er bij, toen Verkade leegstroomde. Later kwamen in de Westzijde de mensen elkaar tegemoet. Er waren er, die de Internationale zongen, er waren er ook, die zongen Oranje-Boven. Maar ze waren het toch wel eens. De staking in de Zaanstreek was algemeen!” Al in de loop van de middag probeerde de Grüne Polizei het massale protest met het geweer te breken. Er viel daarbij in Zaandam één dode. (uit: Wim Swart, De Zaanstreek in de bezettingsjaren p. 72)

Ook de volgende dag werd in de Zaansteek in een aantal fabrieken nog gestaakt. Maar Rauter zelf zorgde ervoor dat die stakingen gebroken werden. Hij stelde de commissaris van politie en de directies van bedrijven een ultimatum waarbij hij dreigde met ontslag voor alle arbeiders die ’s middags niet op het werk verschenen waren. ’s Middags was de staking afgelopen.

Gerard is na de staking doorgegaan met verzetswerk en heeft veel betekend voor het illegale werk van de CPN in de Zaanstreek. Maar hij werd in 1943 gearresteerd. Hij is in 1944 met vijf andere communisten door een Duitse rechter ter dood veroordeeld.

Bij de fusillade bij de bunker in Vught kreeg hij te horen dat hem gratie was verleend en dat zijn straf omgezet was in 10 jaar tuchthuis. Hij heeft in Vught van zijn kameraden, die wel gefusilleerd werden, afscheid moeten nemen. Zijn dierbare vriend Sjef Swolfs vroeg hem: “Groet mijn vrouw en kinderen”. Aan Jan Postma, die een tijd lang landelijk leiding gaf aan de CPN, heeft hij moeten beloven de strijd voort te zetten. Dat heeft hij na de oorlog ook gedaan en hij bleef zijn verdere leven trouw aan de CPN. Maar bij de fusillade voelde hij, wat menig verzetsstrijder of slachtoffer in de oorlog heeft gevoeld en wat wij allen nog voelen als we denken aan de omgekomenen en aan de Holocaust: “Ik leed een verschrikkelijke smart.”

 

Dit bericht delen

Reacties zijn gesloten.